Tijd van monniken en ridders vroege middeleeuwenTijd van monniken en ridders vroege middeleeuwen

Het Frankische Zwaard

Kort na het jaar 400 is het definitief gedaan met de Romeinse invloed in het gebied rond Woerden. Eigenlijk verlaten de eerste Romeinen het castellum al halverwege de derde eeuw. Er breekt een roerige tijd aan, waarin tal van stammen vechten over de heerschappij van het grensgebied tussen het latere Holland en Utrecht. Friese stammen en de Franken vliegen elkaar steeds weer in de haren. Uiteindelijk winnen de laatsten en wordt het landschap van veenmoerassen, rivieren en oeverwallen onderdeel van het Frankische Rijk. De periode die aanbreekt, tot ongeveer het jaar 1000, heten ook wel de ‘donkere middeleeuwen’. We weten weinig van de bewoners van toen. Maar soms werpen onverwachte vondsten licht in deze ‘duisternis’. Wat weten we van de eerste Woerdenaren?
Frankisch zwaard, gevonden in 2012 aan de Hogewoerd, daterend uit ca. 720 na Chr. (Foto: Stadsmuseum Woerden)
Maak kennis met de Franken die een nieuw Rijk vestigen. Bekijk de film door op de afbeelding te klikken (Bron: udNieuws, 2018)

Oeverwal

Woerden ligt op een oeverwal langs de loop van de toenmalige grote rivier de Rijn. Buiten de oeverwallen vinden we, ten noorden en ten zuiden van de rivier, een uitgestrekt veenmoeras. Het is een gebied waar je niet in kunt komen, behalve via veenriviertjes als de Oude Meije. Alleen op de oeverwallen houd je droge voeten. Er zijn rond de vijfde eeuw kleine nederzettingen op plekken waar we nu plaatsen vinden als Woerden, Linschoten en “Hermalen”, het huidige Harmelen. Die woonplaatsen bestaan uit een kleine verzameling van hutten, opgetrokken uit hout en leem. Ze zijn te vergelijken met de plaggenhutten zoals we die tot in de negentiende eeuw in Drenthe tegenkomen. De bewoners leven aanvankelijk van de jacht en de visserij maar gaan, net als elders, ook steeds meer over tot de akkerbouw en veeteelt. Bij het boerenbestaan behoren min of meer vaste woonplaatsen. Een bron rond het jaar 1000 vertelt dat de boeren in onze streek er rundvee op nahouden.

Boomstamkist

In 1831 wordt de oude dorpskerk in Kamerik afgebroken om plaats te maken voor het huidige gebouw. Bij de sloop ontdekt men een doodskist van ongeveer 1,75 meter lang, die gemaakt is van een uitgeholde eikenstam. In de kist ligt een schedel en enkele botten. Verder treffen de opgravers een gouden kruisbeeldje aan dat volgens deskundigen gemaakt is tussen de achtste en elfde eeuw. Bijna honderd jaar later, in 1924, komt een tweede, soortgelijke kist aan het licht met daarin het geraamte van een jonge man of vrouw. Beide vondsten maken het aannemelijk dat rond Kamerik al vóór de grote ontginning van het gebied een kerkje of kapelletje staat, en dat er dus ook een soort dorpje moet zijn. Pas uit de twaalfde eeuw kennen we ook geschreven bronnen die melding maken van een parochie in Kamerik. Dan is de ontginning van het veenmoeras al in volle gang. Maar de ‘boomdoodskisten’ zijn echt veel ouder. Hoe kan dat? Modern geografisch onderzoek laat zien dat het gebied rond Kamerik toch een beetje hoger ligt dan het omringende veenmoeras. Het kan zijn dat deze verhoging deel uitmaakt van een oeverwal die ooit is ontstaan bij de uitloper van de Rijn of de Vecht. En als je daar droge voeten kunt houden, ligt de keuze als plek voor een nederzetting toch wel weer voor de hand.

Frankisch zwaard

Voorafgaand aan de bouw van een nieuw appartementencomplex vindt in 2012 archeologisch onderzoek plaats aan de Hogewoerd, vlakbij het Kerkplein in Woerden. Onverwacht en spectaculair is de vondst van een zwaard, dat na reiniging en conservering gedateerd wordt tot de periode 715-740. Het zwaard ligt op de restanten van een skelet. Vermoedelijk gaat het om een grafgift, passend bij een rituele begraving. Deskundigen denken dat de begraven persoon een Frankische edelman is. Het zwaard is ingelegd met zilver. Er worden vlakbij de edelman nog twee skeletten uit dezelfde periode gevonden. Misschien gaat het hier om een heel oud kerkhof dat in gebruik is genomen kort nadat  Bonifatius hier de bevolking weet te bekeren?  De vondst van het zwaard en het vermoedelijke kerkhofje laat zien dat, ook in de ‘donkere middeleeuwen’, Woerden steeds bewoond blijft.

Het is waarschijnlijk dat er op de plek van het voormalige Romeinse castellum, en met name onder de Petruskerk, nog meer sporen uit deze tijd kunnen worden aangetroffen. Maar dit hele gebied geldt als archeologisch archief, en blijft gesloten voor verdere opgravingen. Wie weet beschikken we later over technieken om hier in de bodem te ‘kijken’ zonder die sporen te vernielen! Dan komen we meer te weten over de vroegere bewoners van Woerden.

Hoofdauteur: Niek de Kort
Bonifatius bekeert Woerden

Wie vroeger jaartallen leerde, weet het: in het jaar 754 wordt Bonifatius bij Dokkum vermoord. Deze beroemdheid loopt enkele tientallen ...

lees verder >
Romeinse limes en castellum Laurium

Rond het jaar 45 wordt de rivier de Rijn de noordgrens van het reusachtige Romeinse Rijk. Om de grens te ...

lees verder >
Het raadsel van Mi

In Zegveld, dat sinds 1989 tot de Gemeente Woerden behoort, herinneren de namen van het zalencentrum “Milandhof” en de Milandweg ...

lees verder >